Zwarte roodstaart (Phoenicurus ochruros)

mannetjevrouwtjenestjong

Het eerste broedsel bestaat vaak uit vijf eieren, het tweede broedsel vaak uit vier en een laat broedsel soms uit drie. Het mannetje zingt het meest in de vroege morgenuren en tegen de avond en altijd vanaf een hoge zangpost. Op mijn terrein zong de zwarte roodstaart meestal vanaf de dakrand of vanaf de top van een tien meter hoge vlaggenmast. Bij guur en winderig weer liet hij zich nauwelijks horen. De beginstrofen van zijn liedje lijken op die van de gekraagde roodstaart maar eindigt altijd krassend alsof ze met een steentje op een ruit krassen. In het begin van de vorige eeuw kwam de zwarte roodstaart nog nauwelijks in ons land voor alleen beneden onze grote rivieren broedden enkele paren. Ik hoorde zijn gezang voor het eerst in 1946. In het noorden van het land was het daar toen een nieuwkomer.