Blauwe reiger (Ardea cinerea) |
Met zijn lengte van 90 cm is de blauwe reiger de grootste van de inheemse reiger-achtigen. Hij is daarmee even groot als de sinds enige jaren in ons land broedende grote zilverreiger. De blauwe reiger is een algemene broedvogel in ons land en omdat deze reiger geen trekvogel is hebben ze veel te lijden van strenge winters. Een aantal op elkaar volgende zachte winters maakt dat het aantal broedparen nu meer dan tienduizend bedraagt. Vroeg in het voorjaar, soms al in februari, beginnen ze met de inspectie en renovatie van de oude nesten. Bij de nestbouw wordt over en weer veel van hun nestmateriaal geroofd. Na het uitbroeden van de meestal vijf groen-blauwe eieren breekt de hel pas goed los. De zeer luidruchtige ouders maken samen met hun jongen een hels kabaal in de kolonie en de uitwerpselen en braaksel veroorzaken een ondraaglijke stank. Toch zouden we deze reiger niet graag uit ons landschap willen missen, hij hoort immers bij onze polders. Hoe vaak zien we niet een vissende blauwe reiger aan de slootkant staan die bij iedereen de opmerking ontlokt: "Zie daar een reiger". |