Baardmees (Panurus biarmicus)

mannetjevrouwtjekuiken

Het baardmannetje of baardmees heeft zich door de inpoldering van oost- en zuid-Flevoland enorm uitgebreid. Door hele gebieden in te zaaien met riet ontstonden enorme riet-landen die een uitstekend biotoop bieden aan het baardmannetje. Die uitbreiding was in het hele land merkbaar en zelfs in kleine rietveldjes in het binnenland is hij nu een graaggeziene broedvogel. Het baardmannetje is een mooi gekleurd vogeltje, vooral het mannetje met zijn kaneelbruine kleur en zwarte knevel is een opvallende verschijning. Bij het vrouwtje ontbreekt de zwarte knevel, zij is verder valer van kleur. Het nestje is een diepe kom van dor riet gevoerd met rietpluimen waarin meestal vijf eieren liggen. Ze broeden twee, soms drie, keer per jaar en de jongen blijven lang bij hun ouders en zwerven ‘s winters in troepjes rond. Het baardmannetje is geen trekvogel. ‘s Winters leven ze van zaden.