De merel is voor iedereen een bekende zangvogel die zich de laatste eeuw steeds meer aan het stadsleven heeft aangepast en zelfs zijn voedingsgewoonte heeft veranderd. Het is een alleseter geworden en ook brood staat nu op zijn menu. De merel is een algemene broedvogel, het mannetje is te herkennen aan zijn gitzwarte verenpak, gele snavel en dito oogring. Het vrouwtje is bruin met een vaalgele snavel. Het nest is een stevig bouwsel van allerlei plantaardig materiaal maar ook behangselpapier en plastic vinden we er soms in terug. Altijd is er klei in verwerkt, vooral in de rand. We vinden soms al in maart het legsel dat bestaat uit meestal vijf eieren. De zang van de merel is bij de meeste bekend. ‘s Avonds vanaf de dakrand of in de top van een boom laat hij zijn lied horen. Voor een deel is de merel standvogel dus hij trekt niet altijd naar warmere oorden.