Bonte vliegenvanger (Ficedula hypoleuca)

mannetjevrouwtje

De bonte vliegenvanger was in het begin van de vorige eeuw nog een zeldzame broedvogel en kwam alleen in het oosten van het land voor. De laatste veertig jaar is zijn broedgebied steeds meer naar het westen uitgebreid en de mens zelf heeft een grote invloed gehad op deze uitbreiding door op grote schaal nestkasten op te hangen. De bonte vliegenvanger maakt hier dankbaar gebruik van. Zij komen doorgaans 14 dagen eerder uit hun overwinteringsgebied terug dan de grauwe vliegenvanger en begint dan meteen te zingen. Zijn liedje is mooi maar kort. Als er eenmaal jongen zijn wordt er bijna niet meer gezongen maar wordt wel het wijfje nog regelmatig door het mannetje gevoerd. De in ons land broedende bonte vliegenvangers behoren tot de bruine variant. De zwart-witte variant vinden we meer in oost-Europa.