Zwartkop (Sylvia atricapilla)

mannetjevrouwtjenestjong

De zwartkop is de meest gangbare naam voor deze soort maar vroeger werd hij vaak zwartkop tuinfluiter genoemd. Hoewel de zwartkop een trekvogel is wordt door de aanhoudend zachte winters de zwartkop steeds vaker 's winters gezien. Ze eten dan bessen of doen zich te goed aan een rotte appel. Gemiddeld een maand eerder dan de tuinfluiter uit de overwinteringsgebieden kunnen we bij mooi voorjaarsweer al eind maart zijn mooie liedje beluisteren. Altijd in hoge bomen want hij heeft geen vaste zangpost. In uitsluitend lage ondergroei zonder hoge bomen komt hij niet voor. Net als alle boszangers heeft de zwartkop weinig opvallende kleuren, wel zijn mannetje en vrouwtje verschillend. De man heeft een zwarte schedel en het vrouwtje een bruine. De zwartkop bouwt zijn nest hoger dan de tuinfluiter, soms wel op twee en halve meter.