Steenuil (Athene noctua)

man of vrouwman of vrouwjong

De steenuil is met zijn 22 cm. lengte in ons land de kleinste uil. Over de steenuil kan ik u veel vertellen. Samen met een vogelvriend heb ik vele nachten bij een broedgeval doorgebracht. Mijn eerste broedgeval vond ik in 1954, midden in de polder in slechts twee knotwilgen. Nadien heb ik nesten gevonden zowel in knotwilgen als onder dakpannen van oude boerderijen. In een verlaten schuur vond ik eens een nest in een leghok van kippen. De steenuil is een nogal luidruchtig uiltje en maakt allerlei katachtige geluiden die soms al in de winter te horen zijn rond boerderijen. De nestholte bevat meestal 4 soms 5 eieren die vanaf eind april worden uitgebroed. Tijdens onze waarnemingen bestond zijn voedsel voornamelijk uit regenwormen, kevers, torren, rupsen en nachtvlinders. Maar door de extreem droge zomer in dat jaar (1976) werd er ook wel eens een vogeltje verschalkt zoals een boerenzwaluw en zelfs een merel en spreeuw. Slechts zelden werd een muisje meegenomen. Zijn eerste voedsel vluchten begonnen meestal bij het invallen van de duisternis die dan tot middennacht doorgingen, daarna viel er een stilte tot het weer begon te dagen. Wij hebben, mede door deze steenuil, mooie herinneringen aan de zomer waarin we deze opnamen maakten.