Boerenzwaluw (Hirundo rustica)

mannetjevrouwtjenestjong

Van onze zwaluwen keert deze soort het eerst uit tropisch Afrika terug, soms al in maart. De meeste boerenzwaluwen verlaten ons weer in oktober of november. Deze zwaluw is te herkennen aan zijn bruinrode keel en zwartblauwe bovenzijde. Opvallend is de lange diepgevorkte staart. Het is een talrijke bewoner van het platte land en vooral bij boerderijen, stallen en schuren vinden we zijn nestje dat wordt gemaakt van klei doorweven met hooi. De nestkom is bedekt met veel veertjes waarin drie tot vijf eitjes worden gelegd. Twee tot drie broedsels worden er zo in een seizoen gelegd. Het nest vinden we vaak tegen of op een balk, vooral in stallen. Als de staldeuren openstaan kunnen de zwaluwen ongehinderd naar binnen vliegen en bij gesloten deuren moet er een stalraampje worden opengezet. Zijn gezang is een vrolijk gekwetter dat we meestal vanaf een telefoondraad horen komen. Ook onder het vliegen wordt er gezongen.