Waterral (Rallus aquaticus)

man of vrouwman of vrouw

De waterral krijgen we slechts zelden te zien maar we horen hem des temeer, vooral in moerasgebieden en dan vooral 's nachts. Hij laat dan zijn knorrende en gillende geluiden van verre horen. Deze ral heeft een verborgen leefwijze. Vooral in het broedseizoen sluipt hij op zijn lange poten met dito tenen onhoorbaar over de waterplanten in de dichte moerasvegetatie. De waterral is te herkennen aan zijn lange rode snavel, lijblauwe voorzijde en zijn zwart-wit gestreepte flanken. De waterral is kleiner dan de waterhoen en hij is nog slanker. Net als bij alle rallen is zijn legsel meestal groot en kan uit meer dan tien eieren bestaan. Ook zijn net als bij de andere rallen de kuikens zwart. Op de najaarstrek krijgen we de waterral meer te zien, soms in groepjes. Ze laten zich gemakkelijk lokken door met een stuk piepschuim op een natte fles, piepende geluiden te maken. Bij vroeg invallende vorst vallen er veel slachtoffers.