Grote karekiet (Acrocephalus arundinaceus)

mannetjemannetjenestkuiken

Voor de Grote karekiet moeten we de noodklok luiden geen enkele soort is zo sterk in aantal achteruit gegaan als de Grote karekiet. In 1968 nog telde ik samen met een natuurvriend een gebied van honderd hectare op het voorkomen van de soort, we telden maar liefst 12 broedparen, nu vinden we er geen een meer. Dit is een ernstig gemis voor onze moerasgebieden. De vogel is ongeveer zo groot als een spreeuw en heeft een krachtige zang. Hij broedt in hoog overjarig riet, ongeveer 1 meter boven de waterlijn, en zijn nest is stevig en diep zodat ook bij een harde wind zijn eieren veilig zijn. Het is een uitgesproken zomervogel die eind april uit tropisch Afrika terugkeert).